Spip bewoog niet meer van schrik en er ontsnapte een hoge fluittoon uit zijn keel. In een flits dook hij achter de toonbank en sprong in een lege doos. Tate ging meteen achter hem aan. "Spip," zei Tate, "Is alles goed met je?" Spip floot aan een stuk door. "Maak je geen zorgen hoor, Spip. Ik let wel op je totdat het ochtend wordt." |